'k Heb er net meer dan 24 uur over gedaan om vanuit Mali in Burkina Faso te geraken. Gisteren was ik nog in Djenne en ik had al een busticket gekocht voor een rechtstreekse bus naar Bobo, maar na 6 uur wachten op het kruispunt waar de bus me zou oppikken, besefte ik dat het weggesmeten geld was en dat ik maar beter een alternatief zocht. Dat werd een lange nacht in een oude schoolbus die maximum 50 km per uur reed. Dan midden in de nacht wachten op een busje waarmee ik snel aan de grens van Burkina geraakte. En dan denk je dat het vlot gaat want op twee uurtjes kan je in Bobo zijn, maar helaas pindakaas: platte band!
In Mali zijn er veel meer douane en politiecontroles, dat maakt het traject langer, onderweg worden ook veel mensen opgepikt én de bussen vertrekken met veel meer vertraging dan in Burkina. Niet panikeren, een grote dosis geduld, een mp3-speler vol muziekjes én vooral het schone malinese landschap hebben me door de lange ritten geholpen.
Voila, dat moest even van men hart en dat was ook meteen het enige negatieve van mijn vakantie in Mali want het was geweldig!! Ik heb massa's foto's getrokken in dit kleurrijke, schone Afrikaanse land, hier dus een paar vakantiekiekjes.
Sokura, da's in Bamako het huis van Freija en Tidjane uit Antwerpen. Mooi vakantiehuis met kamers en ontbijt, om rustig boekjes te lezen in het groen en een wandelingetje te maken naar de Niger op het einde van de straat.
Als je door de wijk Faso Kanu wandelt, is het zalig rustig, staan er mega villa's en zijn er roeiboten die op de Niger dobberen. Niets doet vermoeden dat na een rit van tien minuten met de sotrama (de taxibusjes in Bamako) je in één grote markt belandt. Het hart van de malinese hoofdstad. Het is overal superdruk, je vindt echt alles op de markt, de boutiques zijn een pak groter dan in Burkina en de prijzen ook een stuk hoger. Een groot deel is een artisanaatmarkt waar je de kunstenaars hun lederen sandalen, zilveren juwelen, kleurige kleren of houten beelden ziet maken.
Bamako is een wir war van grote lanen en kleine modderstraatjes, van gamele taxibusjes en decadente hummers, van dure restaurants en groezellige eettentjes. Om dat allemaal te ontdekken ben ik op stap geweest met Boss die in Bamako woont en weet waar je een goeie pint kan drinken in dit grotendeels moslimland.
Amadou en Mariam, Tiken Yah Fakoly, Toumani Diabate of Salif Keita zijn maar een paar van de artiesten die in Bamako wonen. Le Hogon is een bar met "orkest" waar ook Toumani dikwijls meespeelt. Dat hebben alle toeristen begrepen, dus 't is er zowat een Europees onderonsje maar wel met swingende Malinese muziek. Na de echte hoofdstad een lange busrit naar Mopti, zowat de toeristische hoofdstad en uitvalsbasis, een havenstad én 'het Venetië van Mali".
Geen grote containerschepen in Mopti maar pinasses en pirogues, een soort kano's met of zonder motor. In deze stad stromen de Bani en Niger samen en leven veel mensen op en rond het water en staat natuurlijk vooral vis op het menu.
Op de markt van Mopti wordt de vis vers, seché of fumé verkocht, heel veel kleine vissen en af en toe eens een grote dikke capitaine. Tussen al die vis wandelen vrouwen en kinderen in heel veel kleuren.
Zowat 90% van de Malinezen is moslim. Op straat zie je vaak kinderen op een houten plank schrijven, zij volgen de koranschool. Maar veel mensen geloven ook in een soort geesten en in de voorouders, dat is onder andere te merken aan de maskers die allemaal een andere functie of betekenis hebben.
Na het slenteren in Mopti was het tijd voor avontuur: le Pays Dogon. Een 200km lange 'falaise', een rotswand waar het Dogonvolk onder, in en op woont.
Prachtige natuurlandschappen, vriendelijke mensen, warme temperaturen en een beetje sport waren de ingrediënten voor een trektocht van vier dagen en drie nachten over rotsen en door velden. Handig als je stapschoenen hebt en genoeg mineraalwater. Alle respect dus voor de vrouwen die dit traject dagelijks blootvoets doen met kilo's op hun hoofd en een baby op hun rug.
Bagage op men hoofd dragen dat kan ik nog niet en een baby heb ik nog niet, maar het ideale alternatief is je bagage als een baby op je rug binden, handig!
Drissa was de gids in Pays Dogon, hij kent alle wegen, de mensen, de chefs de villages, de geschiedenis én de schoonste slaapplekken. Meestal op het dak van 'een campement' onder het muskietennet met zicht op de falaise.
Elke dag bezoek je één of twee dorpen waar de tradities telkens iets anders zijn. Blijkbaar woont er wel in zowat elk dorp een jager, één keer kregen we tijdens de tocht het gezelschap van een jager en in een ander dorp woont "Lion" die tientallen jachttrofeeën bewaard en graag zijn geweer laat knallen. Hij is trouwens ook een van de mensen die aan "w@ is d@t' meegewerkt heeft.
Onderweg kom je uiteraard andere toeristen tegen en ik heb lekker veel Nederlands gesproken. Ook met een groep Belgen van reisorganisatie 'Koning Aap' en dankzij hen heb ik mee genoten van de maskerdansen van de Dogon.
Na een paar warme dagen in de Dogon, ging de reis door de gietende regen verder naar Djenne. In deze stad, op een eiland in de rivier Bani, staat de grootste lemen moskee van West Afrika. De hele stad is opgebouwd uit lemen huizen en na hevige regen begeven sommige huizen het en is het letterlijk door de straatjes glijden.
Verbazingwekkend hoe in die grote modderpoel plots proper gewassen en opgeblonken mensen zonder een spatje modder op hun kleren, feest vieren. "le dimanche à Bamako est le jour de mariage" wel ook in Djenne want overal klonk traditionele muziek en er waren zeker drie trouwfeesten.
Maandag is het marktdag in Djenne. Op het zandplein voor de grote moskee worden tenten opgetrokken en waren uitgestald. De hele dag is het een komen en gaan van kopers en verkopers en van toeristen die dit spektakel willen meemaken.
De grote moskee mag je normaal enkel als moslim bezoeken, maar tegen betaling worden toeristen toch toegelaten. Ik was echt nieuwsgierig naar de binnenkant van dit monument dus heb ik (veel te veel) betaald, ik had meer 'tirlantijntjes' verwacht maar het blijft indrukwekkend hoe dit gebouw helemaal uit leem al jaren stand houdt.
Ik ben nu terug in mijn geliefde Burkina Faso waar ik op reisritme blijf leven. Straks komt er een groep Belgen aan in Bobo met wie ik op stap ga, voor ik terug naar de radio in Ouaga keer.